vrijdag 6 september 2024

Urgentie

vrijdag 23 augustus 2024

Regen

‘En hoe was je vakantie?’


De scholen zijn weer begonnen en daar staan we weer. Bij het hek, aan het eind van de schooldag, wachtend op ons kroost. En we hebben elkaar natuurlijk veel te vertellen, zoals altijd eigenlijk. Over het wel en wee van de kinderen, de leukste recepten, de jas van de moeder van Claire, B&B vol liefde, het weer en nu natuurlijk over de vakantie.


'Praat mee er niet over. Wat een drama!’ zegt de moeder voor me tegen de vrouw die naast haar staat. ‘Van de drie weken hadden we meer dan twee weken regen. Ik werd er totaal gek van. En de kinderen helemaal. En die moet je dan ook nog eens al die tijd bezig houden.’


‘Jullie dus ook al. Wij precies hetzelfde. Ik was het helemaal zat. Eerst zaten we vier dagen in de bloedhitte en toen barstte het los. Een knetterend onweer en daarna drie dagen onafgebroken regen. Het enige wat nog droog was, was het zwembad. Dat hadden ze afgedekt. Ik zei tegen Evert: als het nu niet ophoudt, gaan we naar huis!’

‘En?’

‘Nou, we zijn naar huis gegaan en wat denk je, kom je thuis, regent het.’


Ik kijk mijn buurman even aan, die met een blik van verstandhouding glimlachend terugkijkt.


‘Maar om het een beetje goed te maken voor de kinderen gaan we met ze naar de Efteling.’

‘Oh, wat leuk, wanneer?’

‘Zaterdag.’

‘Zaterdag? Maar dan regent het!’

‘Ja, ik weet het, maar dat mag de pret niet drukken.’

‘Zo is het maar net, wat maakt een beetje regen nu uit.’

‘Precies, we kunnen toch wel wat hebben? Oh, daar zijn ze!’


Terwijl de dames hun kinderen tegemoet lopen, kijk ik hoofdschuddend mijn buurman aan.Hij grinnikt: ‘Ze zijn zelf ook net als het weer: wisselvalligheid troef!’

vrijdag 9 augustus 2024

Vitesse

‘Vitesse heeft het gered, hė, ze blijven bestaan!’

vrijdag 21 juni 2024

Plantjes

vrijdag 14 juni 2024

Ik is drie

‘Ik is drie!’
Wat gaat het hard. Kleindochter heeft alweer drie kaarsjes uitgeblazen. En iedereen mag het weten. Ik is drie, ik is drie, klinkt het voor iedereen die het horen wil. En ook voor wie het niet horen wil. Ik glimlach, ze is zo blij dat ze weer een jaartje ouder is. Dat werkt bij opa’s precies omgekeerd.


Toch heb ik er wel wat moeite mee. Niet dat ze weer een jaartje ouder is, oh nee, het wordt juist steeds leuker. Ook niet omdat ik daardoor natuurlijk ook weer ouder ben geworden, dat is onvermijdelijk. Nee, de foute werkwoordsvervoeging zit me wat dwars. Mijn onderwijsbloed kruipt waar het in dit geval nog niet gaan mag. Maar toch:

‘Ik ben drie!’ verbeter ik haar. Ik kijk haar glimlachend aan in de veronderstelling dat ze keurig nazegt.


Haar reactie is echter tegenovergesteld.

‘Nee, ik is drie!’ zegt ze heel gedecideerd, terwijl ze met een wat bozige blik haar armen over elkaar doet.

Ik kniel voor haar neer en geef haar een aai over haar bolletje.

‘Nee, ik ben drie, lieverd!’ zeg ik.

‘Nee!’ roept ze boos, terwijl ze naar haar moeder rent. ‘Ik is drie! Toch, mama?’

Mijn dochter glimlacht en tilt haar op: ‘Ja hoor, je bent al een heel grote meid!’

Mijn kleindochter kijkt me vanaf de arm van haar moeder bijna triomfantelijk aan. ‘Ik is drie, hoor opa!’


Het lijkt een discussie te worden die ik niet kan winnen, misschien zelfs ook niet wil winnen.

Toch probeer ik het, tegen beter weten in, nog één keer:

‘Nee, ik ben drie!’


Ze kijkt haar moeder nog even aan. Allebei schudden ze hun hoofd. Dan kijkt mijn kleindochter me aan met een belerend gezichtje en heft een waarschuwende vinger:

‘Nee opa, ik is drie. Niet jij!’

Tja en daar heeft ze wel een punt.

vrijdag 10 mei 2024

Serveerster

‘Kijkt u eens, laat het u smaken!’

vrijdag 12 april 2024

Tandpasta

‘Schat, waar is de tandpasta?’

De badkamer heeft blijkbaar weer een grote beurt gehad. Alles heeft zijn vaste plaats verlaten.

‘Oh, die heb ik weggegooid. Die was toch op?’ klinkt er van beneden.

Ik schud stilzwijgend mijn hoofd. Er zat nog een beetje in. En ook voor het laatste beetje is betaald, zei mijn moeder altijd.

‘Neem die van mij maar, die staat op het schapje!’

 

Mijn vrouw heeft nogal wat problemen met haar gebit en op advies van de tandarts koopt ze nu van die speciale tandpasta. Met ook een speciale prijs. Ik poets altijd met de goedkoopste, daar krijg ik het ook mee schoon en heb zelden wat aan mijn kauwapparaat. Ik moet grinniken bij die gedachte.

 

Ik pak de tandpasta van mijn vrouw van het schapje en smeer een dotje op mijn borstel. Al piekerend over de belastingaangifte die ik nog moet doen begin ik mijn gebit te schrobben.

Eigenaardige smaakjes hebben die dure tandpasta’s. Er zitten dan ook allemaal rare stoffen in met van de pseudowetenschappelijke namen als titanium dioxide, potassium nitrate en cocomidopropyl betaïne. Van die namen alleen al krijg ik uitslag. Ik vind het maar vies zulke tandpasta’s, maar ja, wie mooi en gezond wil blijven moet pijn lijden, toch?

 

Ik spoel mijn mond en terwijl ik mijn tandenborstel terugzet, zie ik op het andere schapje de tandenborstel van mijn vrouw staan, met daar achter… haar tandpasta! Huh? Waar heb ik dan net mee gepoetst?

Ik pak de tube die ik net gebruikt heb erbij en lees: ontharingcrème! Gatver de gatver! Mijn tong glijdt over mijn tanden, maar dat voelt niet anders aan. Voor de zekerheid poets ik ze toch nog maar een keer, heel grondig, met echte tandpasta. Dat smaakt toch wel een stuk beter.

Ik schuif de tube ontharingcrème zover mogelijk naar achteren op het schapje, met het etiket duidelijk zichtbaar naar voren. Ik wil niet dat mijn vrouw dezelfde vergissing begaat. Hoewel… zal het ook helpen tegen haren op de tanden? Ik besluit die opmerking maar voor mezelf te houden.