zaterdag 21 januari 2023

Kriebels

‘Het kriebelt’

‘Wat zeg je?’

‘Ik heb last van kriebels.’


Ik kijk mijn vrouw aan en kan net een flauw grapje onderdrukken. Iets met krabben.

Ze haalt even haar schouders op en zucht:

‘Het zullen wel de lentekriebels zijn.’

‘De lentekriebels? Hoe bedoel je? Het is hartje winter!’


Ik schud mijn hoofd en zet mijn kopje onder het espresso apparaat.

‘Wil je ook een bakkie?’

‘Ja, maar het voelt gewoon zo. Ik weet niet wat het is’.


Ze komt naast me staan en vervolgt:

‘Weet je, de dagen worden al langer en de zon zie je al weer wat vaker. Ik heb zelfs al sneeuwklokjes gezien. Ik voel het gewoon, de lente komt eraan.’

‘De dag dat jij sneeuwklokjes ziet is dus eigenlijk een soort groundhog day?’

Ze schiet in de lach.

‘Ja, eigenlijk wel. Grappig.’

Het espresso-apparaat piept dat hij klaar.


‘Ik krijg dan altijd zo’n onbestemd gevoel van binnen. Een soort onrust. En als ik dan naar buiten kijk en zie die sneeuwklokjes en de meesjes die hun kastje al klaarmaken voor hun nestje… ik weet het niet.'

Ze kijkt me aan en pakt het nog lege kopje uit mijn hand.

‘Kom,’ zegt ze, terwijl ze die hand pakt, ‘we gaan naar boven.’


Ze trekt even kort haar wenkbrauwen op terwijl ze me met twinkelende ogen aankijkt.

Met stomheid geslagen kijk ik mijn vrouw aan. Wat krijgen we nu?

Maar gedwee laat ik me de trap op leiden, me afvragend wat me overkomt.

Op de overloop kijkt ze me aan. Ze doet de deur van de slaapkamer open.


‘Zo,’ zegt ze, ‘ik begin hier. Als jij dan de badkamer een grote beurt wil geven, dan lopen we elkaar niet in de weg. En denk eraan, geen chloor gebruiken, hoor!’

En weer ben ik even van mijn à propos en schud werktuiglijk mijn hoofd. Geen chloor. Nee, natuurlijk niet. Is ook niet nodig; mijn hoopvolle verwachting is toch al verbleekt.


zaterdag 17 december 2022

Kerstwens

‘Fijne feestdagen meneer.’

Bijna in één beweging neem ik het kaartje in ontvangst en geef hem het muntstuk van twee euro. Ik had hem al zien lopen aan de overkant. Aanbellen en iets overhandigen. Waarschijnlijk de bezorger van het plaatselijke suffertje. Ik had gauw mijn portemonnee gepakt en gelukkig zat er nog wat kleingeld in.
Ik bekijk het kaartje. Het logo van de krant staat er prominent op, net als een kaars. De wat scheefgedrukte tekst vermeldt: De bezorger van de Gelderlanden wenst u fijne feestdagen. Gelderlanden?

‘Er staat Gelderlanden op het kaartje,’ zeg ik argwanend. De jongen kijkt me aan met een meelijwekkend gezicht.‘Drukfout meneer, ze hebben een drukfout gemaakt. Daar baal ik van, want dat ziet er niet zo professioneel uit, hè meneer?’ 
Ik moet inwendig een beetje lachen om deze kleine oplichter. Hij brengt het wel heel overtuigend, maar ik besluit toch om een einde te maken aan deze voorstelling.
'Ach, mij maakt het niet uit,’ antwoord ik vilein, ‘want hier valt de Gelderlander niet in de bus. Ik heb hem opgezegd omdat er geen bezorger meer te vinden was. Ik lees hem nu alleen nog digitaal.’
Ik doe mijn armen over elkaar en kijk hem glimlachend aan.

‘Dat begrijp ik, meneer, maar voor ons is dat een probleem.’
‘Een probleem? Hoezo?’
Nou, we kunnen niet digitaal langs de deuren gaan met de wenskaartjes. Dat gaat niet lukken. En zou u wat geven als u een mailtje krijgt met een wenskaartje en een banknummer?’
Ook nu weer klinkt het heel geloofwaardig. Glimlachend schud ik mijn hoofd. 
‘Ziet u wel. We hebben geen keus. Maar als u niks wilt geven, dan begrijp ik dat best. Ik wens u nog fijne feestdagen. Dag meneer.’ 
En met gebogen hoofd loopt hij het tuinpad af. Een bozig gevoel bekruipt me.

‘Hé, wacht eens eventjes,’ roep ik hem na. 
Hij loopt niet hard weg, wat ik zou verwachten, maar draait zich om en kijkt me met mistroostige ogen aan. Mijn boosheid dooft als een kerstkaars. 
Half fluisterend zeg ik: ‘Jij ook fijne feestdagen,’ terwijl ik hem hoofdschuddend nakijk.
Een mooi kerstgevoel welt bij me op. En dat voor maar twee euro.

zaterdag 12 november 2022

Weet je wat het is?

‘Het is weer zover. De tijd van gezanik is aangebroken.’
Willem, de eigenaar van de kleine, ouderwetse slijterij waar ik regelmatig mijn drankjes haal, kijkt Bertus vragend aan, maar zegt niks. Hij weet dat dat vanzelf wel komt. De kleine, gerimpelde man is een vertrouwd gezicht in zijn zaak. Niet omdat hij een veelgebruiker is, integendeel, Bertus drinkt helemaal niet, maar omdat hij er vaak even voor de gezelligheid binnenloopt.

‘Elk jaar weer datzelfde gedoe over Zwarte Piet. Wanneer is dat nou eens afgelopen?’
Hoofdschuddend haalt hij een blikje uit een tray cola.

‘Weet je wat het is? De mensen maken het er zelf naar. Ja toch? Kijk maar naar tv, overal heb je straks weer dat geouwehoer bij die praatshows. En dan moet die er wat van zeggen en dan weer die en natuurlijk ook die vent van een Jolink. Daar word je echt niet vrolijk van.’
Met het blikje in de hand loopt hij naar me toe.

‘Weet je wat het is? Ze moeten het er gewoon minder over hebben, dan komt het vanzelf goed. Net als met die discussies over die LHBH+ club of hoe die afkorting ook is. Hoe meer je het erover hebt des te meer gaat het irriteren. En als het jeukt ga je krabben. Ja toch?’
Hij loopt even terug naar de hoek van de frisdranken en ruilt zijn blikje om voor een suikervrije variant.

‘Weet je wat het is? Zwarte Piet verandert zichzelf wel, daar heeft ie ons helemaal niet voor nodig. In mijn tijd was ie pikzwart met een ring door zijn neus en met een roe. En je was als de dood dat ie je daarmee zou meppen of erger nog, dat je mee moest naar Spanje. En moet je nu zien: hij is bijna de ideale schoonzoon in een apenpakje. En dat komt echt niet alleen door die actievoerders. Ja toch? Maar ik heb er gelukkig geen last van.’ Er valt een stilte.

Dit is natuurlijk het moment dat wij een vraag moeten stellen. Ik kijk Willem aan, die knikt naar mij.
‘Hoezo dan?’
Bertus kijkt me even aan, dan klinkt het hard: ‘Ik heb de kerstboom al staan!’
Met een schaterlach, die overgaat in een flinke rochel, loopt hij zonder te betalen de zaak uit.

Ik kijk Willem vragend aan, maar die grinnikt: ‘hij komt zo wel terug om te betalen en aan een ander hetzelfde grapje te slijten.'

zaterdag 17 september 2022

Stukje

Ik zit in mijn kamertje achter mijn pc dit stukje te tikken als mijn vrouw binnenkomt.
‘Je staat er weer niet in, hè?’
‘Waarin?’ 
‘Met een stukje in de krant, bij Gastschrijvers.’ 
Ik schud mijn hoofd. Ik heb al verscheidene stukjes opgestuurd die allemaal gepubliceerd werden, maar de laatste tijd stokt het.
‘Heb je wel een stukje opgestuurd?’ vraagt mijn vrouw.
‘Ja, meerdere zelfs, maar om de een of andere reden komen ze er niet meer in.’
‘Misschien omdat er al zo vaak een stukje van je is geplaatst. Of misschien omdat jij ze allemaal uit je duim zuigt. Die andere stukjes lijken vaak echt gebeurd. Die mensen schrijven over iets dat ze echt hebben meegemaakt. Bij jou is alles fictie.’

Ik haal mijn schouders op. ‘Misschien zijn mijn stukjes niet goed genoeg.’
‘Niet goed genoeg? Hoe kom je daar nu bij? Als al die andere stukjes zonder uitzondering wel in de krant kwamen? Of zijn de nieuwe stukjes zo anders dan de vorige?’
‘Nee, eigenlijk niet. Gewoon een voor bijna iedereen herkenbare situatie schetsen met een grap op het eind. Heel simpel, iedereen kan dat.’
‘Nu onderschat je jezelf, je stukjes zitten altijd verduveld goed in elkaar en iedereen vindt ze leuk.’

Ik zucht en staar naar mijn computerscherm, mijn vingers dansen over het toetsenbord. Mijn vrouw kroelt even door mijn haren.
‘Weet je wat het is? Ze hebben waarschijnlijk nu niet in de gaten hoe leuk je stukjes zijn. Dat gebeurt wel vaker. Voor sommige duurt het wat langer voor ze de waardering krijgen die ze verdienen.’
Ik glimlach, mijn vrouw bedoelt het goed.

‘Neem nou J.K. Rowlings, van Harry Potter, die heeft tien jaar met dat boek lopen leuren voordat een uitgever het met haar wilde proberen. Of wat dacht je van Vincent van Gogh, is wel geen schrijver, maar die verkocht tijdens zijn leven helemaal niets omdat men het maar broddelwerk vond.’
‘Je kunt me niet met hem vergelijken.’ 
Mijn vrouw lacht: ‘Nee, jij hebt beide oren nog!’
‘Hij ook hoor, er was alleen maar een stukje af.’
‘Nou, bij jou is er ook een stukje af.’
Ik voel aan mijn oren, alles ok maar kijk haar verbaasd aan. 
Ze grinnikt en wijst: ‘Kijk maar eens op je beeldscherm. Ik zou het maar opsturen als ik jou was.’

dinsdag 9 augustus 2022

Klokkijken

'Je wilt er zeker langs?’

Het ongure type met zwarte pet en hoody blokkeert mijn weg in de schemerige, smalle steeg. Ik dacht nog op tijd voor mijn afspraakje te zijn door dit smalle straatje te nemen.  Ik voel onheil naderen en kijk even achterom. Eenzelfde type verspert daar de weg. Nonchalant hangt hij met zijn schouder tegen de muur.

‘Ja, ik heb een rendez-vous bij de Herbergerie.’ Het woord spookt al een tijdje door mijn hoofd. Waarom zei ze niet gewoon afspraakje of ontmoeting? 
‘Oh, meneer gebruikt dure woorden,’ klinkt het minachtend.
‘Nee hoor, ze zijn helemaal niet duur. Ze zijn gratis. Zelfs jij mag ze gebruiken.’
Oeps, het is eruit voor ik het weet. Fout, fout, fout!

‘Oh, meneertje wil grappig zijn!’ 
De man stapt naar voren en grijpt me bij de kraag. 
‘Meneertjes met dure woorden hebben vaak ook dure spulletjes.’ 
En met zijn vrije hand glijdt hij in de binnenzak van mijn jasje. 
‘Waar is je portemonnee?’ sist hij me toe.
Mijn portemonnee? Ik schrik. Verdorie die ligt nog in de auto. Dan moet ik in gedachten glimlachen. Heeft deze loser even pech.
‘In de auto,’ antwoord ik, niet zonder leedvermaak.
Zijn handen fouilleren geroutineerd mijn lichaam, maar stuiten blijkbaar nergens op iets interessants.
‘Geef je horloge!’ klinkt het dan.

Ik stroop mijn mouw op en toon mijn Mickey Mouse horloge, mijn guilty pleasure. 
‘Da’s toch geen horloge,’ lacht hij schamper, ‘dit is een horloge!’
Hij toont een opzichtig goudkleurig uurwerk, bijna zo dik als zijn pols.
‘Achttien-karaats Rolex van 36.000 euro, met diamanten.’
Ik knik en zoek naarstig naar een uitweg. 
‘En hoe laat is het op dat horloge?’
Hij kijkt me even onderzoekend aan, maar zegt dan: ‘Tien over acht.’
Ik kijk op mijn horloge en zie dat Mickeys handjes dezelfde tijd aanwijzen.
‘Da’s ook toevallig,’ zeg ik en loop met opgeven pols naar hem toe. Ik draai even om hem heen om onze horloges naast elkaar te houden.
‘Op mijn horloge van 15 euro ook!’ 
En voor hij van zijn verbazing bekomen is, ben ik de steeg al uit en los op in het uitgaanspubliek.

vrijdag 15 juli 2022

Slippers

‘Meneer dat zijn mijn slippers!’
De oudere dame wijst naar mijn voeten die in mijn blauwe badslippers steken. Ik ken haar wel. Ze komt hier net als ik elke morgen. Sinds de opening van het buitenbad kom ik hier rond acht uur mijn baantjes zwemmen. Zij is er dan ook, samen met enkele andere oudere dames. Gezellig babbelend doen ze langs de rand van het bad hun oefeningen en zwemmen een stukje om daarna dat ritueel te herhalen.

‘Het spijt me mevrouw, deze zijn van mij.’
Ze kijkt me hoofdschuddend aan.
‘Nee, nee, ze zijn van mij!’

Ik kijk naar haar voeten. Maatje 38 schat ik. In mijn slippers van maat 44 zou ze zomaar kunnen verdrinken. Ik grinnik om die gedachte, gezien de locatie.

‘Meneer, ik wil nu wel echt mijn slippers hebben!’
Ik had haar niet zo ingeschat, maar ze heeft de leeftijd ervoor. Alzheimer is ondertussen bijna volksziekte nummer één. Ik probeer begripvol te zijn.
‘Mevrouw, ze lijken misschien op die van u, maar deze zijn toch echt van mij. Zal ik u helpen zoeken?’

Ze schudt vertwijfeld haar hoofd.
‘Je denkt toch niet dat ik mijn eigen slippers niet herken,’ zegt ze een beetje fel, ‘ik ben nog niet dement!’
Oeps, ze is blijkbaar al verder in haar eigen wereld beland dan ik dacht.
‘Maar, mevrouw…’ begin ik.

‘Kan ik u beiden ergens mee helpen?’
De badmeester kijkt ons met een vriendelijke glimlach aan.
‘Die meneer heeft mijn slippers aan en wil ze niet teruggeven.’
Ik kijk de badmeester aan met een minzame glimlach. Ik kan nog net een knipoog bedwingen.
‘Mevrouw is een beetje in de war. Ze denkt dat ik haar slippers aan heb. Maar deze zijn haar veel te groot.’

‘Ik ben helemaal niet in de war’, klinkt het nu boos, ‘de slippers waren van mijn overleden man. Die draag ik hier altijd. Als herinnering.’ Er klinkt een brok in haar keel.
‘En uw slippers en rugtas heeft u daar neergezet.’
De badmeester wijst naar de vlaggenmast met de vaderlandse driekleur in top.

Met een gemompeld excuus trek ik de slippers uit en loop naar de vlaggenmast en trek mijn eigen exemplaren aan. Ik kleur er goed met mijn blauwe slippers, witte buik en rode hoofd.

zaterdag 18 juni 2022

Vaderdag

‘Een paar sokken? Iets voor onder de douche?’ Mijn zus haalt haar schouders op.
‘Komt altijd van pas, ik hoor het hem al zeggen.'
'Een boek dan?' vraag ik bijna wanhopig.
'Weet jij dan wat hij leuk vindt?'

Ze heeft gelijk. Ik weet het niet. Onze vader is geen doorsnee lezer van het mannelijk geslacht. Geen Gijp, Kieft of van Gaal boeken. Meneer leest literatuur. Koop daar maar eens een boek voor.

We hebben een probleem. Of eigenlijk helemaal niet. Onze ouders hebben het ons min of meer verboden om iets te doen met Vader- en Moederdag. Kom langs als je daar behoefte aan hebt of gewoon voor de gezelligheid, niet omdat het zo hoort, is hun credo. 

Maar vandaag maken we een uitzondering. Hij is sinds kort met pensioen en we willen hem... ja, wat willen we eigenlijk?

In een opwelling hebben we afgesproken vandaag samen langs te gaan. Doen we eigenlijk nooit. Ik ben gek op mijn zus, maar we leven beiden ons eigen leven.

Dus daar staan we dan, samen op de stoep van ons ouderlijk huis. 's Middags op Vaderdag met een bos bloemen. Idee van mijn zus. Bloemen zijn altijd goed. 'Een huis zonder bloemen is als een glas zonder bier. Leeg.' Pa is altijd van de wijsheden, tegeltjes, Confucius, Lao Tse of gewoon uit zijn duim. Maar vaak wel erg raak.

'Nee maar, hebben jullie je vergist?' klinkt het als we de kamer instappen.
'We dachten we doen eens raar' grapt mijn zus.
'Ik dacht dat we daar een afspraak over hadden’ zegt pa.
'We komen ook niet voor jou, we komen voor mama. Hier!' Ze geeft haar de bos.

'Geen cadeautje voor mij dus?' lacht pa, 'nou dan heb ik wat voor jullie. Even Sinterklaas spelen.'
Hij haalt glimlachend twee pakjes onder de bank vandaan. 'Hier! Omdat het Vaderdag is.'

We kijken hem verbaasd aan. Wisten ze dat we zouden komen? Ma gniffelt wat, die heeft het vast weer aangevoeld.
'Nou, maak maar open!' zegt pa.

Na het uitpakken heeft mijn zus een fles douchegel in haar handen en ik een paar sokken.
'Komt altijd van pas!' grinnikt er iemand.