zaterdag 14 mei 2022

Kiekeboe

‘Kiekeboe!’

Twee pretoogjes kijken me over de bankleuning aan. Dan duikt het kopje weer onder om vervolgens
weer tevoorschijn te komen.

‘Kiekie!’

Een schaterlachje klinkt. Ik speel het spelletje graag mee. Kleindochter Jette is ondernemend en wil opa graag bezighouden. En dat is bepaald niet tegen zijn zin.

Weer duikt het koppie naar beneden en weer omhoog. Natuurlijk moet ik daar weer op reageren.

‘Kiekie!’

Ik krijg de beloning waar het me om gaat. Haar lachende koppie schuift iets op. Ze stapt langs de bank, die haar looppogingen ondersteunt, want zelfstandig gaat dat niet. Nog niet.

Ik schuif ook op en kom achter de rugleuning uit. Nu kunnen we het spelletje omdraaien.Ik ga op mijn hurken zitten en verdwijn uit haar zicht.

‘Kiekeboe!’ roep ik weer, terwijl ik wat omhoog kom. Ze schatert het weer uit. De tranen lopen overhaar wangen. Ze schuifelt een stukje door langs de bank en kijkt me verwachtingsvol aan. Ik volg haar gehurkt achter de bank. Maar als ik weer omhoog kom, gaat het mis. Ik verlies mijn evenwicht, probeer dat te herstellen, stap op een rondslingerend houten speelgoedtreintje en val achterover. Mijn hoofd raakt met een klap de wandkast en ik voel iets warms over mijn wang lopen. Ik inspecteer mijn hoofd en constateer een gapende wond. Ik vloek.

Dan klinkt er gehuil in de kamer. Jette is zo geschrokken dat ze weer haar tranen laat stromen. Maar
dit keer niet van plezier.

Ik hoor gestommel en geschreeuw op de trap. Mijn vrouw stuift de kamer in.
‘Wat is er gebeurd?’ schreeuwt ze, terwijl ze naar Jette toe sprint, haar oppakt en onderzoekt.

‘Ik… eh… ik verloor mijn evenwicht en knalde met mijn hoofd tegen de kast. Ik zit onder het bloed, ik denk dat we naar de dokter moeten om het te laten hechten.

Mijn vrouw knuffelt onze kleindochter en zucht dan: ‘Oh gelukkig, ik dacht dat er iets ergs gebeurd was.’

Ik open mijn mond om wat te zeggen, maar zwijg. Met zo’n pril mensje in huis, kom ik op de tweede plaats. En terecht!

zaterdag 2 april 2022

Koekje

‘Je lust vast wel een lekker koekje, hè jongen?’

Ik kijk haar verbaasd aan. Ik heb mijn oma nog nooit zulke zinnetjes horen uitspreken. Zulke typische oma-oma opmerkingen passen niet bij haar. Altijd eigenzinnig, recalcitrant soms en altijd strijdvaardig. Maar mama had me al gewaarschuwd: het gaat niet goed met oma.

‘Hoe gaat het op school?’ vraagt ze, ‘ga je over?’ Ik kijk haar onderzoekend aan. Ik studeer al drie jaar in Groningen. Dat weet ze donders goed. Of moet ik zeggen wist?

Ik besluit er maar niet tegenin te gaan en antwoord: ’Ja hoor, oma. Alles gaat goed!’
‘Mooi,’ zegt ze, ‘en ga je over? Wil je een koekje? Je moet wel goed eten hoor.’
Ze draait me haar rug toe en loopt naar de keuken. Ze schokschoudert wat.

Oeps, het gaat inderdaad niet goed met oma, mama had gelijk. Ze was al aan het kijken naar
een geschikt tehuis. Ik vond dat belachelijk. Maar nu? Ik twijfel.

Ze komt terug uit de keuken met de koekjestrommel. Haar gezicht is rood, er staan tranen in haar ogen.
‘Hier, neem maar een koekje. Hoe is het eigenlijk op school?’
Zonder het koekje te eten voel ik iets in mijn maag.

‘Oma, wat is er met je?’
Dan barst ze in lachen uit. ‘Ik heb je even goed te pakken, hè? Wat denk je? Dat ik je moeder
niet ken? Die ziet weer spoken en stuurt jou op me af. Jij studeert medicijnen en kan dus wel zien of ik dementeer. Zo denkt ze toch? Haha, ik denk dat het je moeder eerder overkomt dan mij. Kom vertel eens, hoe is het met mijn studentje?’

Na een twee uur heerlijk kletsen, niet met thee met koekjes, maar met bier en borrelhapjes neem ik afscheid. Ik geef haar een kus en loop het tuinpad af. Ze zwaait.

‘Niet teveel studeren hoor,’ klinkt er vanuit de deuropening, ‘niet vergeten achter de meiden aan te zitten. Die komen tegenwoordig zoveel tekort door die #Metoo-toestanden!’

Lachend zwaai ik terug. Er is nog niks mis met oma.

zaterdag 19 februari 2022

Liefde

Daar komt ze de trap af. In mijn oude, geruite, flanellen pyjama. Veel te groot, het jasje slonzig half in de broek gestopt, de grote glimmende knopen hangend aan een zijden draadje. Haar haren pieken als een mislukte suikerspin alle kanten op en hoewel het al later is, staan haar onopgemaakte ogen op half zeven. Ik haal diep adem. Ik hoop dat ik het goed uit mijn hoofd heb geleerd. Daar gaat ie dan:

‘Je bent geboren uit zonnegloren
en een zucht van de ziedende zee,
die omhoog is gestegen op wieken van regen,
gedwongen door wanhoop en wee.’

Ze kijkt me verbaasd aan en gaat op de trap zitten. Ik put daar extra moed uit en ga verder met Jacques Perks aangepaste gedicht:

‘Je pyjama doorweven met parels, die beven,
Als dauw aan de roos, die ontlook,
Wanneer mijn bruidje zich baadt en voor ‘t schuchter gelaat
Een waaier van vlammen ontplook.
Jouw lichtende haren befloersen de baren
Mijn tranen lachen tevree.
Met een lach in ‘t oog, uit mijn hartje omhoog,
Buig ik ten kus naar benee.’ 

Ik buig naar beneden om haar te kussen, maar ze gaat staan en kijkt me hoofdschuddend aan.
‘Wat wil je nu eigenlijk zeggen,’ klinkt het wat schor.
‘Ik… uh… ik wou…uh…’ Ik ben even van mijn à propos.
‘Nou? Wat wou je nou zeggen?’ vraagt ze nog een keer.
‘Gewoon. Ik wou zeggen dat… uh… gewoon, dat ik… dat ik van je hou!’
Pfff, het is eruit.

Ze tilt met haar vinger mijn kin op.
‘Zeg dat dan!’
'Huh?’
‘Zeg dat dan. Toe maar, je kunt het!’
Nog steeds wat uit het lood antwoord ik:
‘Ik hou van jou!’

Ze knikt en stapt de laatste trede van de trap af.
‘Kijk, je kunt het wel. Zo moeilijk is het niet!’
Al krabbend aan haar achterste loopt ze naar de keuken.
’Is er al koffie?’ klinkt er nog.


maandag 14 februari 2022

Valentijnsdag

‘Kijk eens wat er net is bezorgd.’ Mijn vrouw komt de kamer in met een grote bos bloemen. ‘Mooi
hè?’
Ik knik. ‘Prachtig.’
‘Precies mijn smaak, deze kleurcombinatie en niet zo stijf. Echt prachtig!’

Ik gniffel inwendig. Ik heb niet zoveel gevoel voor dit soort zaken, maar het meisje van de
bloemenzaak blijkbaar wel.

‘Maar er zit helemaal niks bij. Alleen een kaartje met mijn naam. Geen afzender.’
‘Da’s vreemd.’ Ik ga nog maar even mee in haar verwondering.
‘Even denken hoor, wie zou mij nou zo’n mooie bos kunnen sturen?’ Ik zie haar denken.
‘Misschien een stille aanbidder?’ zeg ik met een beetje flauwe ondertoon.
‘Doe niet zo raar!’
‘Waarom niet? Als zelfs de buurvrouw van nummer 27 er een minnaar op kan na houden…’
‘Ja, zo kan ie wel weer.’

Ik besluit maar een hint te geven.
‘Maar… uh… wat is het vandaag voor een dag?’
‘Maandag.’
‘Ja, dat klopt, maar wat voor bijzondere dag?’
‘Bedoel je Valentijnsdag?’
‘Precies, ik denk dat er een bewonderaar rondloopt.’
‘Ach nee!’ Maar ik zie haar denken.

‘Misschien iemand op je werk?’ Nog even lekker het vuurtje opstoken. ‘Of van je cursus..’
Ze glimlacht even. ‘Het zal toch niet van… ik weet het niet!’

Het moet er nu maar uit. Het heeft lang genoeg geduurd.
‘Ik wel hoor!’
Ze lijkt me niet te horen.
‘Ik wel hoor,’ zeg ik nog een keer.
Ze lijkt wakker te schrikken. ‘Wie dan?’
Ik zeg niks, maar wijs naar mezelf.

Ze kijkt me met grote ogen aan. Lijkt met stomheid geslagen. Dan schudt ze haar hoofd, loopt naar
de gang en trekt haar jas aan. Nu ben ik het die verbouwereerd is.

‘Wat ga je doen?’
‘Ik ga even naar mijn moeder.’
‘Hoezo?’
‘Als jij denkt dat ik daar intrap, heb je het mis! Wat een misselijke streek. Net doen of die bos van jou
komt. Bah!’
En met een knal trek ze de deur achter zich dicht.

zaterdag 22 januari 2022

Alweer in de krant

‘Sta je nu alweer in de krant? Da’s al de derde keer.’ Mijn vrouw tikt met haar vinger op mijn ingezonden verhaaltje in De Gelderlander.
‘Sorry hoor!’
Ze schudt haar hoofd: ‘Nee, zo bedoel ik het niet. Ik bedoel dat het geen toeval meer is dat je stukjes worden gepubliceerd.’

‘Ach…’

‘Niks ach,’ ze reageert wat geïrriteerd, ‘doe nou niet zo bescheiden, het zegt toch wel iets dat alle stukjes die je opstuurt geplaatst worden?’
Ik haal mijn schouders op.
‘Ik weet het niet, hoor. Misschien is er niet zoveel aanbod. Niet iedereen vindt het leuk om zo’n verhaaltje te schrijven.’
‘Niet iedereen? Hoezo niet iedereen?’ Mijn vrouw lijkt zich steeds meer op te winden, ‘half Nederland roept dat ie een boek wil schrijven!’
‘Ja, maar iedereen roept wel wat. Jij zegt toch ook altijd dat je nog eens zangles wilt nemen?’
‘Ja maar dat is wat anders! Dat kun je niet vergelijken’

Ik knik maar, lijkt me verstandiger.
‘En bovendien,’ gaat ze verder, ‘heb jij talent. Je kunt echt leuk schrijven.’
‘Ach, er zijn er zoveel die dat veel beter kunnen.’
‘Maar die komen niet allemaal in de krant.’
Daar kan ik niks tegenin brengen.

‘Nee, ik vind dat je er wat meer mee moet doen. Waarom niet iedere zaterdag een verhaaltje. Of een column. Maar dan niet voor niks. Wat verdient die Eus eigenlijk met zijn stukjes?’

Ik schiet in de lach. Mijn vrouw is natuurlijk mijn grootste fan. En fans verliezen de realiteit nog wel eens uit het oog.

‘Zit me nou niet uit te lachen. Ik meen het. Moet je nou eens zien hoe leuk dit vierde stukje is.’
Ik sla een arm om haar heen en kijk haar aan:
‘Wat ben je toch een scheetje. Maar dit wordt echt niet gepubliceerd, hoor.’

Met een vilein lachje kust ze me op de wang.
‘Oh nee?’


donderdag 13 januari 2022

Muisjes

Muisjes! Ze eet beschuit met muisjes!

De adrenaline knalt door mijn lijf. Het zal toch niet? We hebben het er wel eens over gehad, maar nooit echt serieus. We zijn nog jong -nou ja, jong genoeg- willen nog zoveel: reizen, carrière, een stekkerauto, een huis met een tuin…

En hoezo roze én blauwe muisjes? Is het genderneutraal of zo? Ze is toch niet politiek correct aan het doen? Nee, daar is ze veel te nuchter voor, te realistisch.

Ach, natuurlijk, het is nog veel te vroeg om dat te weten. Ze laat het gewoon nog in het midden. Het kan nog alle kanten op.

Kijk haar nou zitten: de beschuitjes worden krakend naar binnen gewerkt terwijl ze op haar mobieltje zit te klooien. Quasi onverschillig. Maar ik heb haar door. Ze wacht op mijn reactie. Ze wil zien of ik blij ben. Of kwaad. Of allebei.

Maar waarom heeft ze dat niet met me overlegd? Zoiets moet je toch beide voelen? Er samen een besluit over nemen? Je kunt toch zelf bepalen of je het wilt? Nou ja, dat je het níet wilt. En zij bepaalt dat nu in haar eentje. Zij heeft daar ook de regie over. Sterker nog: de macht.

Terwijl de adrenaline wegebt, zwelt de onmacht en de woede. Dit kan ze toch niet in haar eentje beslissen? Verdomme! Hier zal uitleg over moeten geven, zich verantwoorden. Tribunalen!

Zelfbeheersing. Zorg dat je jezelf in de hand houdt, ondanks die woede. Ik haal even driekeer adem en zeg dan bijna fluisterend:
‘Waarom eet jij beschuit met muisjes?’
Ze eet even haar mond leeg. Je hoort de muisjes kraken tussen haar kiezen.

‘De buren hadden nog over van hun babyshower voor de tweeling en ze houden er niet van. Ik wel.’


woensdag 29 december 2021

Morgen

‘Weet je al wat je worden wil?’

Het kleutertje kijkt me aan en staart vervolgens naar het plafond, terwijl hij nadenkend
een vinger op zijn mond plaatst. Dan schudt hij zijn hoofd en antwoordt: 
‘Nee, nog niet! Misschien morgen!’
‘Wil je morgen worden?’ vraag ik heel flauw.
De kleine man kijkt me begrijpelijk niet begrijpend aan en zegt dan:
‘Nee, natuurlijk niet. Dat kan helemaal niet. Morgen is toch geen mens?

Ik moet lachen. Deze jonge wereldburger is niet van gisteren.
Hij vervolgt zijn weg verder door de gang van de school. Ik besluit nog even met hem
mee te lopen.
‘Wil je misschien meester worden?’ vraag ik.
Hij blijft even staan en kijkt me onderzoekend aan en zegt dan: ‘Maar dat ben jij toch al?’
‘Ja, nog wel,’ antwoord ik, ‘maar na de kerstvakantie niet meer. Dan ben ik gestopt, dan
ben ik met pensioen.’
Hij trekt zijn schouders op en zegt: ‘Oh, maar dan nemen we wel een nieuwe.’

Ik moet grinniken. Zo is het maar net! Het leven gaat door, ook op school.
Dan blijft hij plotseling staan en vraagt: ‘Wat ga je doen?’

Tja, wat ga ik doen? Ik heb al wel ideeën en genoeg liefhebberijen. Dat komt wel goed,
maar als antwoord op zijn vraag zeg ik gevat: ‘Dat weet ik nog niet. Misschien morgen!’

Hij trekt zijn wenkbrauwen streng naar beneden, doet zijn handen in zijn zij en zegt wat
geprikkeld:
‘Neehee, nu!’

Tuurlijk. Kleuters leven niet morgen, die leven nu. Misschien ook wel een goede tip voor
een gepensioneerde meester.