‘Mind your step. Mind your step.’
De waarschuwing op de loopband van Schiphol voelt vandaag anders dan anders. Tot nu toe vertaalde ik deze oproep tot voorzichtigheid altijd met ‘bofkont, je mag weer op vakantie, wat ben je toch bevoorrecht’. Nu voelt het eerder als een verzoek tot bezinning. De wereld staat in brand, er is oorlog in je achtertuin, aardbeving bij de buren, moeder aarde is ziek en jij gaat lekker op vakantie. Kan dat wel? Is dat wel verantwoord?
‘Zo, waar gaat de reis
naar toe?’
Een statige dame,
duidelijk op leeftijd, kijkt naar mijn bergschoenen. Ik moet inwendig lachen,
blijkbaar roept mijn schoeisel vragen op.
‘Madeira,’ antwoord ik,
‘en u?’
‘Oh, ik ga alleen maar
naar mijn dochter in Londen, doe ik een paar keer per jaar. Ze kan haar moeder
niet missen.’ Ze kijkt me aan met een glimlach, gevolgd door een knipoog.
‘Vroeger trok ik er ook
vaak op uit. Samen met mijn man. Ik heb de halve wereld bereisd. Prachtige
tijd. En veel van geleerd. Het heeft me een ander mens gemaakt.’
Ik knik, ze heeft
gelijk, reizen verruimt je blik, het verrijkt je leven.
‘Madeira, ik had het
kunnen weten,’ zegt ze lachend, wijzend op mijn schoenen, ‘ben ik ook een paar
keer geweest. Prachtig eiland, lekker weer, die woeste bergen, die ruige kust,
prachtige bloemen, heerlijk eten. Lekker wandelen daar zeker?’
‘Dat is wel de
bedoeling, ja,’ antwoord ik.
Ze knikt. ‘Het is
fantastisch daar.’
‘Mind your step’. We
komen aan het eind van de band.
‘Nou, veel plezier daar,
maar wel oppassen hoor, het is er af en toe gevaarlijk steil. Goed kijken waar
je loopt. Tot ziens hoor.’
Ik groet terug en kijk
het kwieke oudje glimlachend na.
’Mind your step.’ klinkt
het weer.
Ik besluit de komende
tijd die waarschuwing even alleen maar letterlijk te nemen.