vrijdag 26 januari 2024

Bouwmarkt

‘Bij het plaatmateriaal, meneer, daar loopt ook een medewerker.’
De vrouw achter de klantenbalie van de bouwmarkt wijst me de weg. Ik heb twee perspex plaatjes nodig, maar kon het natuurlijk weer niet vinden. Maar inderdaad, bij het plaatmateriaal loopt gelukkig een medewerker.

‘Ik zoek perspex, waar kan ik dat vinden? Ik heb al gezocht, maar ik zie het nergens. Het is hier zoeken als naar een speld in een hooiberg.’
De jongen, zo te zien van allochtone afkomst, kijkt me even aan.
‘Da’s een spreekwoord,’ verduidelijk ik, ‘voor iets dat moeilijk te vinden is.'
Hij loopt voor me uit naar een schap waar plaatmateriaal opgeslagen is.
‘Hoeveel heeft u nodig?’ vraagt hij.
‘Kunnen ze ook op maat gezaagd worden?’
Hij knikt.
‘Twee plaatjes van 42 bij 21,5. Kan dat heel precies. Het luistert nogal nauw.’
Ik realiseer me dat ik alweer een zegswijze gebruik die mogelijk niet begrepen zou kunnen worden.
‘Da’s ook een uitdrukking,’ voeg ik voor de zekerheid maar toe.
En weer knikt hij, hoewel het me niet duidelijk is of hij het begrepen heeft.
‘We hebben in Nederland overal uitdrukkingen voor,’ zeg ik wat gegeneerd.

Hij gaat aan de slag. Heel nauwkeurig zaag hij de plaatjes op maat, precies zoals ik had gevraagd.
Hij geeft mij de twee plaatjes en pakt een schrijfblokje uit zijn borstzak en noteert daar iets op. Hij scheurt het blaadje af en overhandigt dat eveneens.
‘Geeft u dit af bij de kassa als u gaat afrekenen,’ zegt hij.
‘Oh, ik moet ervoor betalen, da’s jammer!’ Met een grapje probeer ik het gesprek nog een vrolijke wending te geven.
Hij kijkt me even aan en glimlacht. ‘Ja,’ zegt hij dan, ‘bij ons in Nederland moet je overal voor betalen. Boter bij de vis. Da’s een uitdrukking.’
Ik voel langzaam een warm gevoel naar mijn hoofd stijgen, mompel een bedankje en een tot ziens en haast me naar de kassa en de auto. Gauw naar huis, naar de koffie. Het koekje heb ik al. Van eigen deeg.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten