maandag 10 juli 2023

Ware liefde

‘Wat een weertje, hè?’

Het is lunchpauze en ik ontvlucht mijn collega’s van kantoor, door even in de schaduw van het park

mijn boterhammen te nuttigen. Op het bankje zit een opvallende man in een smetteloos, driedelig wit pak. De broek heeft een scherpe vouw met daaronder witte schoenen. Uit het borstzakje steekt een kleurrijk pochetje. Een witte Panama completeert het geheel. Alleen de zwarte paraplu is een dissonant. Ik heb de man wel eens vaker gezien, herinner ik me nu. Ook op dit bankje.


‘Inderdaad, het is buitengewoon zonnig en droog. En al zo lang.’

Hij kijkt me even aan en ik zie dat zijn gezicht, in tegenstelling tot zijn kleding, vol zit met plooien. Ik schat hem dik in de tachtig, maar nog steeds een knappe verschijning.


‘Loopt u er altijd zo smaakvol bij,’ durf ik te vragen.

Even lijkt hij mijn vraag te wegen.

‘Met een zekere regelmaat.’

‘Vroeger ook al?’

Hij knikt.

‘Dan moet u aardig ik trek zijn geweest bij de dames.’ Het is eruit voor ik er erg in heb.

De oude man grinnikt en steekt zijn vingers ophoog.

‘Aan elke vinger tien. Maar one at a time.’

‘En is er uiteindelijk eentje overgebleven aan wie u bent blijven hangen?’

‘Dat zou je wel kunnen zeggen.’


Ik durf niet verder te vragen, maar hij vervolgt:

‘Ze was de liefde van mijn leven, maar wel met een probleem: ze was getrouwd.’

Ik kijk hem vragend aan.

‘Ze durfde niet bij hem weg, maar uiteindelijk besloten we om er samen vandoor te gaan. Ergens ver weg, waar niets onze liefde in de weg kon staan. We spraken hier af, 30 juni, twaalf uur.’ Hij zucht even. ‘Dat is ruim veertig jaar geleden.’

‘Maar ze kwam niet opdagen?’

‘Toen niet, maar elk jaar op deze dag zit ik hier om twaalf uur op het bankje, in de hoop…’

Hij zwijgt. Ik ook, wat moet ik zeggen?


Hij kijkt even op zijn zakhorloge en zegt: ‘Ik stap maar eens op.’

Moeizaam leunend op zijn paraplu komt hij overeind.

‘Maar waarom heeft u eigenlijk een paraplu bij u?’ flap ik er nog uit.

Hij kijkt me even wat meewarig aan. ‘Als ze toch nog mocht verschijnen, dan hoeft ze toch niet te zien dat ik met een stok loop?’

Leunend op zijn paraplu schuifelt hij moeizaam de zon weer in.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten