vrijdag 22 september 2023

Hoge nood

‘Sorry mevrouw, we hebben maar één toilet.‘ 

Mijn vrouw is even met stomheid geslagen, maar dan sneert ze: ‘Ik heb er toch verdorie ook maar eentje nodig!’ dames achter de balie schudden hun hoofd. ‘Misschien verderop, daar zit horeca.’ 

Ik zie mijn vrouw rood aanlopen, maar ook een sprintje trekken naar de uitgang. Ik kan nog iets opvangen dat klinkt als takkenwijven. 

Tijdens ons bezoek aan de kleine kringloopwinkel wordt ze overvallen door de roep van Moeder Natuur. En dat is in veel gevallen voor dames een groter probleem dan voor heren. Op haar vraag of ze even van het toilet gebruik mag maken, krijgt ze dus dit antwoord. 

Buiten gekomen zie ik mijn vrouw al niet meer. Ik ben benieuwd hoe ze dit oplost. Het is maandagmorgen, dus veel winkels zijn nog dicht. Openbare toiletten zijn er niet, die moet je in Nederland met een vergrootglas zoeken. Tja, de beschaving van een land is af te meten aan het aantal vrij toegankelijke wc’s.

Ah, daar is ze alweer. Ik zie een opgelucht gezicht. 
‘Alles is dicht, maar gelukkig mocht ik van de schoonmaakster van die broodjeszaak daar toch even naar binnen. De schat.’
Ze kijkt me even aan, knipoogt en loopt tot mijn verbazing de kringloopwinkel weer in. 

Ik blijf in de deuropening staan en hoor haar zich omstandig verontschuldigen voor haar gedrag. Bijna dramatisch geeft ze aan dat ze geen controle heeft over haar blaas en dat dat zo maar tot ongelukken kan leiden. Of de dames daar begrip voor hebben.
Ik begrijp er niets van, zo erg is het toch helemaal niet. 

Dan loopt ze weer naar de winkeldeur. De dames kijken haar na. Halverwege blijft ze even tussen de schappen staan, alsof ze iets bekijkt. Dan loopt ze de winkel uit en neemt mij bij de arm. 

‘Wat moet jij nou met appelsap?’ vraag ik, wijzend op het pakje in haar handen. Er zit wel altijd een pakje in haar tas, net als koekjes, voor als ze met onze kleindochter op stap is, maar zelf houdt ze er niet van. 

‘Heb jij enig idee hoe appelsap eruitziet op een witte tegelvloer?’

Met een vilein lachje kijkt ze nog even achterom. 

zaterdag 2 september 2023

Bushalte

‘Hij komt over twintig minuten!’

De oude man in het bushokje slaat met de platte hand op het bankje. Een uitnodiging om te komen zitten. 

Ik maak ervan gebruik en neem naast hem plaats. De doos met rode geraniums zet ik op mijn schoot. 

‘Als je klaar bent bij de tandarts, neem dan even tien van de rode mee. Voor in de bakken bij de voordeur. Ze zijn nu in de aanbieding’ had mijn vrouw gezegd, toen ze me voor de deur van de praktijk afzette. Ze had de auto nodig, maar kon wel even langs de tandarts rijden. Terug zou ik dan de bus nemen.

‘Mooie plantjes,’ zegt de man,’ ze zien er gezond uit.’

We raken in gesprek. Gewoon over kleine alledaagsheden: het weer, de plaatselijke voetbalclub, het verkeer, de prijs van de boodschappen, de criminaliteit enzovoort. 

‘Ach, weet u wat het is meneer? Als we niks te mopperen hebben gaat het pas echt slecht met Nederland.’ 

Ik moet inwendig grinniken om de deze wijsheid. Hij heeft gelijk, ondanks alles wonen we in een fantastisch land. 

De tijd vliegt door ons geanimeerde gesprekje en voor ik het weet stopt de bus bij de halte. Ik loop naar de opengaande deur en kijk even naar de oude man, die op het bankje blijft zitten. 

‘Gaat u niet mee?’ vraag ik.

Hij schudt zijn hoofd. ‘Ik blijf hier lekker zitten, dit is mijn vaste plekje. Ik heb hier meer aanspraak dan thuis achter de geraniums.’ Hij knipoogt even en wijst naar de doos in mijn handen. ‘Wel in de volle grond zetten, hoor, niet in de vensterbank.’

Terwijl de bus wegrijdt, zwaai ik nog even. De oude man zwaait terug. Nederland is toch wat minder mooi dan ik zou willen.